Civiele normen
De gedupeerde die een schadevergoeding wil vanwege de beroepsfout van een gerechtsdeurwaarder, die gaat naar de rechtbank om die schadevergoeding af te dwingen. Een schikking buiten de rechter om komt helaas maar weinig voor, omdat de deurwaarder meestal is verzekerd voor beroepsfouten en verzekeraars niet graag schikken. In de meeste gevallen komt het dan ook aan opeen discussie in de rechtbank en onze advocaten loodsen je door dat gerechtelijk proces.
In de rechtbankprocedure zal de gedupeerde aannemelijk moeten maken dat de deurwaarder civiele normen heeft geschonden, en in dat verband is een tweedeling van belang. In de rechtspraak wordt wel het onderscheid gemaakt tussen de deurwaarder als lasthebber van wettelijk opgedragen ambtshandelingen, en deurwaarder die daarnaast niet-ambtelijke werkzaamheden verricht. Wie kan de gedupeerde aanspreken?
Wettelijke taken
In het eerste geval is de deurwaarder aansprakelijk voor fouten, niemand anders, ook niet het kantoor waarvoor de deurwaarder werkzaam is. De deurwaarder is in verband met deze werkzaamheden "een door de Kroon benoemde functionaris met een onafhankelijke positie". De grondslag voor de vordering is in deze situatie de onrechtmatige daad omdat de gedupeerde doorgaans niet met de deurwaarder maar met zijn kantoor heeft gecontracteerd. Bovendien is het in deze gevallen meestal de advocaat van de gedupeerde die de deurwaarder de opdrachten geeft, en geldt ook daarom dat de gedupeerde doorgaans zal zijn aangewezen op de onrechtmatige daad.
Buitenwettelijke taken
In het tweede geval gelden de spelregels die eerder voor de andere beroepsbeoefenaren ook steeds aan bod kwamen. Ingeval van een fout van de deurwaarder bij niet-ambtelijke werkzaamheden, denk aan de opdracht tot een buitengerechtelijke incasso, komt het aan op de vraag of de deurwaarder of zijn kantoor diens wettelijke zorgplicht als opdrachtnemer heeft geschonden. Wat onder deze zorgplicht moet worden verstaan is in juridisch jargon “casuïstiek”, of beter gezegd: koffiedik kijken. Dat maakt de uitkomst onzeker, maar het geeft ook speelruimte aan de goede advocaat. Helder is wel dat de Verordening KBvG Normen voor Kwaliteit een rol spelen in de beoordeling. Die normen spelen overigens een rol in de beoordeling van de beide scenario's.
Tuchtnormen
De gedupeerde die wil dat het handelen van de gerechtsdeurwaarder (ook) wordt beoordeeld door een college van vakgenoten, die start een tuchtprocedure. De schadevergoeding in een rechtbankprocedure wordt meestal wel gedekt door de verzekeraar, maar met de tuchtprocedure loopt de gerechtsdeurwaarder het risico zijn vak niet langer te kunnen uitoefenen. Een tuchtmaatregel raakt de( gerechtsdeurwaarder in zoverre meer dan een veroordeling tot schadevergoeding.
Het tuchtcollege, in eerste instantie de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders, is een gewichtig college waarin behalve accountants ook leden van de rechterlijke macht zitting nemen. Op grond van zijn beroepswet, is de gerechtsdeurwaarder aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van vrijwel elk handelen in zijn beroepsuitoefening. In de praktijk wordt veel gewicht toegekend aan de Normen voor Kwaliteit van de beroepsorganisatie KBvG, waarin negen normen en éénenzestig 'best practices' voor de beroepsuitoefening zijn geformuleerd. Zijn normen in het geding, dan heeft de gerechtsdeurwaarder wat uit te leggen. Het tuchtcollege kan een de gerechtsdeurwaarder een waarschuwing, berisping, heldboete, ()tijdelijke) ontzegging, schorsing of ontzetting uit het ambt opleggen. Dan is het einde oefening.