Civiele normen
De gedupeerde die een schadevergoeding wil vanwege de beroepsfout van een belastingadviseur of fiscalist, die gaat naar de rechtbank om die schadevergoeding af te dwingen. Een schikking buiten de rechter om komt helaas maar weinig voor, omdat de belastingadviseur meestal is verzekerd voor beroepsfouten en verzekeraars niet graag schikken. In de meeste gevallen komt het dan ook aan op een discussie in de rechtbank en onze advocaten loodsen je door dat proces.
In de rechtbankprocedure zal de gedupeerde aannemelijk moeten maken dat de belastingadviseur of fiscalist civiele normen heeft geschonden. De belangrijkste norm in dat verband is de wettelijke zorgplicht. Een belastingadviseur heeft de zorg van een redelijk bekwaam en redelijk handelend accountant in acht te nemen. Wat daaronder precies moet worden verstaan is in juridisch jargon “casuïstiek”, of beter gezegd: koffiedik kijken. Dat maakt de uitkomst onzeker, maar het geeft ook speelruimte aan de goede advocaat. De rechtbank spiegelt het handelen van de belastingadviseur aan dat van de maatman-belastingadviseur, en komt vervolgens tot een oordeel: wel of geen schadevergoeding.
In ieder geval wordt aangenomen dat de maatman-belastingadviseur zijn cliënt niet blootstelt aan voorzienbare en vermijdbare risico’s. De belastingadviseur dient zijn cliënt verder proactief te wijzen op fiscale faciliteiten, aldus de Hoge Raad. Helder is verder dat fiscale adviezen moeten deugen en dat de belastingadviseur zich op de hoogte moet stellen van de ontwikkelingen in zijn vakgebied.
Tuchtnormen
In Nederland is de titel van belastingadviseur niet beschermd. Dat betekent dat eenieder die dat wil zich belastingadviseur mag noemen. In de praktijk komen we dan ook veel zelfbenoemde belastingexperts tegen. Het is daarom dat brancheorganisaties tot stand zijn gekomen om de kwaliteit voor de klant te garanderen. In Nederland zijn voor de belastingadviseur tweebrancheorganisaties actief: het Register Belastingadviseurs en de Nederlandse Orde van Belastingadviseur (NOB). De beide brancheorganisaties hebben elk een eigen tuchtrecht en eigen gedragsregels. Het laatste college is voor onze praktijk het meest van belang, aangezien het NOB zich meer richt op de grotere advieskantoren. Met een tuchtprocedure loopt de belastingadviseur het risico om zijn keurmerk of lidmaatschap te verliezen, en daarmee staat voor de professional best wat op het spel. Op grond van de statuten van de NOB bestaan de tuchtmaatregelen in een waarschuwing, berisping, schorsing en ontzetting uit het lidmaatschap (vgl. artikel 17).
Aan welke tuchtnormen heeft de belastingadviseur of fiscalist zich dan te houden? In de statuten van de NOB is te lezen dat de belastingadviseur is gehouden om zijn werkzaamheden op een eerlijke, zorgvuldige en behoorlijke wijze te verrichten. De belastingadviseur moet zich volgens het artikel verder houden aan de wet- en regelgeving en zich verder onthouden van al wat overigens in strijd is met de eer en waardigheid van het beroep (vgl. artikel 17).