Civiele normen
De gedupeerde die een schadevergoeding wil vanwege de beroepsfout van een architect, die gaat naar de rechtbank of een arbitraal college om die schadevergoeding af te dwingen. In de meeste gevallen is de architect met zijn klant de toepasselijkheid van De Nieuwe Regeling 2011 (DNR 2011) overeengekomen, en in dat geval worden geschillen meestal niet beslecht door de rechtbank, maar door de Raad van Arbitrage voor de Bouw. Dat is dan waar je moet zijn. Het voordeel van arbitrage is de deskundigheid van de arbiters, die veelal een verleden hebben of nog werkzaam zijn in de bouw, maar daar betaal je dan ook voor. Dat is de keerzijde.
In de schadeprocedure komt het aan of de vraag of de architect civiele normen heeft geschonden. De belangrijkste norm in dat verband is de wettelijke zorgplicht van de architect. Een architect heeft op grond van de vaste jurisprudentie de zorg van een redelijk bekwaam en redelijk handelend architect in achtte nemen. Wat daaronder precies moet worden verstaan is in juridisch jargon “casuïstiek”, of beter gezegd: koffiedik kijken. Dat maakt de uitkomst onzeker, maar het geeft ook speelruimte aan de goede advocaat. De rechtbank spiegelt het handelen van de architect aan dat van de maatman-architect, en komt vervolgens tot een oordeel: wel of geen schadevergoeding. De DNR 2011 spelen ook weer een rol bij de omvang van het schadebedrag.
Wanneer gaat de architect over de schreef? Denk aan de architect die onvoldoende waarschuwt voor een overschrijding van het bouwbudget. Toen de prijsontwikkeling door het dak ging en de afbouw daarmee werd bedreigd, had de architect zijn klant daarvoor ondubbelzinnig behoren te waarschuwen. Tegelijkertijd moet de architect bedacht zijn op al te stellige mededelingen; zonder voorbehoud mag de klant de architect daaraan houden. Algemeen wordt ook aangenomen dat op de architect een onderzoeksplicht rust. De architect doet het niet snel goed.
Tuchtnormen
De gedupeerde die wil dat het handelen van de architect (ook) wordt beoordeeld door een college van vakgenoten, die start een tuchtprocedure. Het beroep van architect is een beschermd beroep, wat zoveel betekent als dat iemand zich niet zomaar architect mag noemen (artikel 23 WAT); een architect moet ingeschreven zijn bij het architectenregister. De kwaliteit van architect is verder geborgd door middel van een vorm van tucht, waarin de branche met de Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus (BNA) zelf voorziet. Het lidmaatschap is voor architecten strikt genomen niet verplicht, en daarmee heeft het tuchtrecht een beperkt bereik. Niettemin staat het lidmaatschap voor kwaliteit, en zal een zichzelf respecterende architect toch veelal lid zijn van de club.
De (aangesloten) architect zal zich moeten houden aan de Gedragscode, waarin een drietal kernwaarden zijn geformuleerd: verantwoordelijkheid, integriteit en professionaliteit. Deze kernwaarden zijn in de Gedragscode vervolgens uitgewerkt in een achttal concrete regels. Zo moet de architect transparant zijn over zijn belangen, dient de architect zich op de hoogte te houden van de ontwikkelingen in zijn vakgebied en verlangen de regels deskundigheid. Het College van Toezicht oordeelt in eerste instantie over tuchtklachten, en kan de architect op grond van de verenigingsstatuten en het tuchtreglement verschillende maatregelen opleggen. Van de waarschuwing, berispring, kostenveroordeling, geldboete (tot € 50K) en openbaarmaking van de uitspraak tot ontzetting uit het lidmaatschap (artikel 8 Reglement).